beheerkwaliteit
Beheerkwaliteit
Kwaliteit van het beheer van Midden-Delfland laat te wensen over. Het bestaande authentieke agrarische veenweidelandschap is de kracht van Midden-Delfland. Het voortbestaan van dit prachtige landschap staat onder druk en behoud is niet meer zo vanzelfsprekend als tot voor kort werd gedacht. Om te zorgen voor behoud is de gebiedsvisie Midden-Delfland opgesteld. Dit is een breed gedragen visie die op initiatief van de gemeente Midden-Delfland tot stand is gekomen. Behalve de verschillende betrokken gemeenten zijn ook gebiedsbeherende en gerelateerde organisaties als het Recreatieschap Midden-Delfland, LTO Noord afdeling Delflands Groen, Agrarische Natuurvereniging Vockestaert, Midden-Delfland Vereniging, Midden-Delfland Is Mensenwerk, Hoogheemraadschap van Delfland, Provincie Zuid-Holland en Natuurmonumenten hierbij betrokken. De thema’s van de gebiedsvisie zijn duidelijk geënt op behoud en versterking van het gebied. Het wordt een hele opgave om de kwaliteit op het huidige peil te houden of zelfs te verbeteren. Dat is echter wel de inzet. De thema’s: Het landschap Nodigt Uit, De Groene Ruimte, Kansen Voor Water, Koe In De Wei, Genieten, Waarde(n)volle Polders en Ontmoet De Stad gaan allemaal uit van behoud en verbetering van wat er al is. Men wil een landschap van A-kwaliteit realiseren. Om dit te bereiken is een goed beheer waarbij alle belangen goed worden afgewogen, van essentieel belang.
Verreweg het grootste deel van Midden-Delfland wordt beheerd door boeren. De boeren zijn de goedkoopste beheerders van het landschap maar hun positie staat onder druk. Het wordt steeds moeilijker voor boeren om een boterham te blijven verdienen in dit gebied. Echter juist de natuur en cultuurhistorisch waardevolle agrarische gebieden in Midden-Delfland bepalen het karakter van het gebied. De economische belangen van de boeren zullen daarom nadrukkelijk onderdeel moeten uitmaken van het beheer. Het beheer door de verschillende gebiedsbeheerders moet goed op elkaar worden afgestemd waarbij nadelige gevolgen van beheer voor andere gebieden moet worden voorkomen.
In april 2007 is voor de tweede keer een terreinbeheerdersoverleg gehouden. Het doel van dit overleg is om door samenwerking de kwaliteit van het beheer te verbeteren. Men heeft besloten hiervoor een kwaliteitskaart op te stellen met daarop aangegeven wie de beheerder is van de verschillende gebieden en wat de gewenste kwaliteit moet zijn. Als vervolg op dit overleg is op 24 mei 2007 tijdens een bestuurlijke bijeenkomst op Hodenpijl de overeenkomst “Samenwerking Gebiedspartners Midden-Delfland Inzake Het Landschapsbeheer” getekend. De gemeente Midden-Delfland, Hoogheemraadschap Delfland, Natuurmonumenten, Vockestaert en het Recreatieschap Midden-Delfland participeren in deze overeenkomst. Het doel van de overeenkomst en de bijbehorende uitvoeringsagenda is het vastleggen van afspraken over de samenwerking tussen partijen gericht op de instandhouding en de mogelijke verbetering van de kwaliteit van Midden-Delfland.
Het is bekend dat er regelmatig klachten zijn over het beheer van het gebied. Er wordt te veel gemaaid, er wordt te vroeg gemaaid en er wordt te weinig gemaaid zijn klachten die bewoners en recreanten regelmatig laten horen. Deze soms tegenstrijdige uitspraken betekenen dat gebiedsbeheerders blijkbaar niet zorgen voor de gewenste kwaliteit. Het agrarisch gebied ligt er meestal wel verzorgd bij maar juist de gebieden in beheer bij bijvoorbeeld het Recreatieschap zorgen nogal eens voor onvrede. De Zuidkade bij Schipluiden wordt te veel gemaaid, weilanden in de Zuidbuurt bij Vlaardingen met nesten en jongen van weidevogels worden in het voorjaar te vroeg gemaaid, Het maaien gebeurt veel te grof, er worden diepe sporen gereden en andere schade aangericht, beschoeiingen langs slootkanten in het park in Kerkpolder bij Delft worden aangelegd waar men liever een natuurlijke oever ziet. Het huidige beheer voldoet volgens gebruikers niet aan de gewenste A-kwaliteit.
Bij het aanleggen van nieuwe recreatiegebieden langs de zuidrand lijkt de kwaliteit ook niet van belang te zijn. Grote hopen grond liggen daar te wachten op een nieuwe bestemming. Door middel van stokjes met linten probeerde men de weidevogels daar weg te houden. Dat bleek echter niet te werken. Doordat er maar af en toe gewerkt werd, liepen er in het voorjaar toch gewoon weidevogels rond. Een startende graafmachine zorgde dan voor wegvluchtende kieviten met jongen. Die jonge kieviten kunnen nog niet vliegen en zijn hierdoor een beetje vogelvrij. Dienst Landelijk Gebied, de opdrachtgever voor de reconstructie van dit gebied rond de woudweg en Holyweg, heeft duidelijk de grenzen van de flora en faunawet opgezocht. De passerende fietsers en wandelaars slaan dit tafereel toch met enige verbazing gade. Hier geldt ook weer dat de kwaliteit te wensen overlaat. De beschermde zwanebloemen, padden, kikkers, en weidevogels zijn tot onvrede van vele recreanten de dupe van het ondoordacht handelen. Er lijkt geen goed plan te zijn gemaakt om de omvorming van dit gebied op een duurzame manier te doen waarbij schade aan de aanwezige flora en fauna zoveel mogelijk wordt voorkomen en waarbij er rekening wordt gehouden met de seizoenen van de natuur.
Het Hoogheemraadschap van Delfland is ook nauw betrokken bij het tot stand komen van de gebiedsvisie. De drie kerntaken van Delfland zijn; de zorg voor waterkering, waterbeheer en waterkwaliteit. De pijlers van het beleid van het Hoogheemraadschap zijn; een goede uitvoering van de kerntaken, samenwerking en oog voor de natuur. Het Hoogheemraadschap zou zich daarom ook moeten inzetten voor behoud en verbetering van de kwaliteit van het Midden-Delfland gebied. Tot nu toe lijkt het Hoogheemraadschap Midden-Delfland echter vooral te zien als een uitstekend gebied voor een grootschalige waterberging waarvoor een van de mooiste polders rond ‘t Woudt volledig op de schop gaat op dit moment.
In het kader van de kadeverbeteringsprojecten wil het Hoogheemraadschap verschillende kades in Midden-Delfland gaan aanpassen omdat zij niet voldoen niet aan de gewenste normen. Bij Maasland speelt de kadeverbetering van de Commandeurspolder waarbij o.a. ongeveer 700 beeldbepalende bomen het veld zouden moeten ruimen. Tegen deze plannen is inmiddels massaal protest aangetekend. Men heeft hier niet gekozen voor de kwalitatief beste oplossing maar voor de goedkoopste oplossing om de kade te verbeteren. Langs de Vaart bij Vlaardingen zijn ook nog stukken kade die moeten worden versterkt. Hier heeft men eveneens de keuze gemaakt voor de goedkoopste oplossing. Deze keuze zorgt echter voor een grote aantasting van het landschap waarbij ook weer vele bomen en een karakteristieke teensloot moeten wijken. Voor veel Vlaardingers is de trekkade langs de Vlaardingse Vaart de poort naar Midden-Delfland. Die poort dient juist verbeterd en versterkt te worden maar de natuur en cultuurhistorische waarden dreigen nu juist te worden aangetast. Het kostenaspect speelt een overheersende rol in alle plannen terwijl de kwaliteit van Midden-Delfland van ondergeschikt belang lijkt voor het Hoogheemraadschap. Als bij de gebiedsvisie betrokken instantie heeft het Hoogheemraadschap zich gecommitteerd aan het zorgen voor kwaliteit, voor het creëren van een meerwaarde voor Midden-Delfland. Op dit moment lijkt de financiële afweging echter allesbepalend voor het hoogheemraadschap en niet de gewenste A-kwaliteit van het waardevolle Midden-Delflandgebied.
Het beheer van de natuurgebieden door Natuurmonumenten sluit op dit moment niet aan bij het behoud van de aanwezige natuurwaarden. De weidevogelpopulaties zijn gemarginaliseerd in gebieden die beheerd worden door Natuurmonumenten. De gebieden verwilderen, zijn ontoegankelijk en trekken grote hoeveelheden overlastveroorzakende ganzen aan. Het gras van de omliggende boerenbedrijven wordt opgegeten en het land besmeurd met uitwerpselen. Recreatiegebieden met grasvelden, plassen en strandjes worden ondergepoept en worden zo onbruikbaar voor recreanten. Het beheer van de nieuwe natuur zorgt niet voor de gewenste kwaliteit. In een gebied als Midden-Delfland wil de recreant juist genieten van de weidse polderblik met buitelende kieviten in de lucht en koeien in de wei. Achter rietkragen verscholen natuurgebiedjes die onzichtbaar en ontoegankelijk zijn en een bedreiging vormen voor de bestaande waardevolle natuur zijn daarom ongewenst. Een beheer wat aansluit op het verbeteren en versterken van de bestaande natuurwaarden van Midden-Delfland, met de weidevogels als belangrijkste exponent, is daarom gewenst.
Voor een overlastveroorzakende plant als de akkerdistel bestaat er de provinciale distelverordening. Weg- en gebiedsbeheerders hebben daarom de plicht om de gronden te zuiveren van distels. Helaas lijken niet alle beheerders zich bewust van deze plicht en staan er grote delen van bermen en natuur en recreatiegebieden vol met bloeiende akkerdistels die door de zaden voor een enorme overlast kunnen zorgen voor het agrarische gebied. Als de hoeveelheden te groot worden zal men de distels met de spuit te lijf moeten. Dit veroorzaakt een minder duurzaam beheer van het gebied en is daarom ongewenst.
De laatste jaren is Jacobskruiskruid aan een explosieve opmars bezig in Midden-Delfland. Iedere wegberm en kade en alle recreatiegebieden in het gebied herbergen intussen deze plant. Op het zandlichaam van de A4 staat het er vol mee en ook de stadse bermen van o.a. Delft en Vlaardingen zien geel van het bloeiende jacobskruiskruid. Per plant worden tot wel 150.000 zaden gevormd. Het grote probleem van deze plant is de grote giftigheid. Paarden en koeien zullen de plant niet eten als ze Jacobskruiskruid in het weiland tegenkomen maar als de plant in het hooi zit wordt het wel gegeten. Er zijn in Nederland al honderden dieren overleden aan de gevolgen van het gif van Jacobskruiskruid. Ook voor mensen is deze plant giftig. De mooie gele bloemetjes nodigen uit om de plant te plukken maar dat is zonder handschoenen niet aan te raden. In landen als Duitsland en Groot-Brittannië bestaat een verplichting om de plant te bestrijden maar in Nederlands is nog steeds niets geregeld. Het hooi van bermen en veel natuur en recreatiegebieden in Midden-Delfland is door de aanwezigheid van Jacobskruiskruid inmiddels niet meer geschikt om te voeren aan vee. Een goed beheer kan de overlast beperken en daarmee een bijdrage leveren aan de gewenste A-kwaliteit. In het beheerdersoverleg zou hier serieus aandacht aan moeten worden geschonken.
Er is nog genoeg werk te verzetten om de intenties van de gebiedsvisie en het beheer van Midden-Delfland om te zetten in daden. Het beheer kan je niet uitvoeren van achter een bureau met een kalender op schoot. De natuur laat zich niet dwingen maar men moet er bij het beheer wel op anticiperen. Bij het onderhoud zullen de gebiedsbeheerders nadrukkelijker aandacht moeten schenken aan de al bestaande natuurwaarden. Er is in de op 24 mei 2007 ondertekende landschapsbeheerovereenkomst afgesproken om onderzoek te doen naar een aan te stellen beheercoördinator. De taken van de beheercoördinator zullen bestaan uit: Afstemming van beheer- en onderhoudsprogramma’s tussen boeren en andere terreinbeheerders, een bemiddelende rol spelen bij het aanbieden van groene en blauwe diensten, bewaking van de kwaliteit van de geleverde diensten en het zorgen voor een goede communicatie tussen de verschillende partijen. Het realiseren van A-kwaliteit lukt niet als de financiën het belangrijkste criterium blijven bij behoud en onderhoud van het gebied. Er moet voorkomen worden dat boeren schade ondervinden van slecht beheer in niet agrarische gebieden en hierdoor op kosten worden gejaagd of minder duurzaam kunnen boeren als ze zouden willen. Voor de thema’s Waarde(n)volle Polders en Koe In De Wei uit de gebiedsvisie zullen nu de woorden moeten worden omgezet in daden om het waardevolle agrarische weidegebied van Midden-Delfland daadwerkelijk te behouden en te versterken.
Eerder gepubliceerd in: Schakel Midden-Delfland, 23 augustus 2007.
Augustus 2007