Reconstructie
Reconstructie Midden-Delfland
In de jaren zestig was er al het besef dat zonder ingrijpen door de overheid Midden-Delfland ten prooi zou vallen aan de oprukkende verstedelijking vanuit de omliggende gemeenten, de uitdijende glasgebieden en de aanleg van nieuwe infrastructuur. Men besefte dat dit schitterende gebied het waard was om beschermd te worden. Daarnaast was er een tekort aan recreatiegebieden, was de landbouwstructuur niet optimaal en stonden de natuur- en landschapswaarden onder druk.
Omdat men aan de randen van dit gebied grote stukken wilde reserveren voor recreatie kon men met de toen geldende Ruilverkavelingswet niet uit de voeten. Hierop is besloten om de Reconstructiewet Midden-Delfland te ontwerpen. Al in 1958 vroeg men zich in de Nota: “De ontwikkeling van het westen des lands” af hoe men dit gebied kon behouden ten einde te dienen als een groene buffer met meerdere functies. De Stichting Onderzoek Midden-Delfland (SOMD) wordt in 1964 opgericht door betrokken gemeenten en de provincie en krijgt als opdracht een inrichtingsplan voor dit gebied op te stellen. In 1968 is het eindrapport van de SOMD klaar, het was de bedoeling om zowel met de agrarische belangen als met de recreatieve belangen rekening te houden. Men pleitte in dit rapport voor een centraal orgaan en voor bijzondere maatregelen om o.a. het probleem van de grondverwerving te bespoedigen. Men is toen gaan werken aan een ontwerpwet die in 1972 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Het duurde nog tot 1976 voor dit wetsontwerp werd besproken in de Tweede Kamer en op 24 maart 1977 kon worden overgegaan tot de vaststelling van de Reconstructiewet Midden-Delfland.
Na het opstellen van deeladviezen voor landbouw, recreatie, natuur en landschapsbouw is de structuurschets opgesteld waarin de verschillende doelstellingen op elkaar zijn afgestemd. Deze structuurschets is in 1980 gepubliceerd waarna men eindelijk aan de slag kon met het opstellen van de reconstructieplannen. Het reconstructieprogramma wat hieruit voort vloeide bevat de uitgangspunten voor de reconstructie, de gewenste middelen om het programma uit te voeren en de uitgangspunten voor de verdeling van de kosten. Men heeft besloten om 3 deelplannen op te stellen en in 1986 volgt dan eindelijk na vele inspraakrondes de vaststelling van het deelplan Lickebaert.
In 1990 volgt vaststelling van deelplan Gaag en als laatste volgt de vaststelling van deelplan Abtswoude in 1996 wat eigenlijk gepland was in 1988. De gegevens van de geplande herverkaveling staan beschreven in het Plan van Toedeling wat op 27 mei 2002 ter inzage is gelegd. De daadwerkelijke kavelovergang stond gepland voor 1 februari 2003 maar door de vele bezwaren die er tegen het plan zijn ingediend is deze datum niet gehaald. Het is de bedoeling dat de reconstructiecommissie in 2005 ontbonden gaat worden.
De voor januari 2004 geplande samenvoeging van de gemeenten Maasland en Schipluiden, waardoor verreweg het grootste deel van Midden-Delfland tot dezelfde gemeente gaat behoren, en de oprichting van het Groenfonds, waarin inmiddels verschillende gemeenten financieel participeren, zijn ontwikkelingen die een positieve uitwerking zullen hebben voor de toekomst.
Juli 2003